De juiste houtsoort op de juiste plaats

Door onze stijgende interesse voor authentieke en duurzame materialen, is hout in de tuin populairder dan ooit. Als gevelbekleding, om een terras mee aan te leggen, als schutting of om een carport of pergola op te trekken. Aan buitenhout worden andere eisen gesteld dan aan hout voor binnenshuis. Meer nog dan esthetische overwegingen zijn het vooral de eigenschappen van het hout die je keuze moeten bepalen. Daarom is het belangrijk dat je de nodige documentatie en informatie verzamelt en dat je naar bis komt. De houtspecialisten geven je graag een antwoord op al je vragen.

Valbusko houten zwembad - catalogus bis 2018

Foto: Valbusko

Hout komt door zijn natuurlijke karakter tot zijn recht in zowel een klassieke als een zeer hedendaagse tuininrichting. Indien van de juiste kwaliteit en met het nodige vakmanschap geplaatst, is hout een stevig materiaal dat bovendien uitstekend geschikt is voor heel diverse toepassingen. Maar of het nu moet dienen als gevelbekleding, op een terras komt te liggen of als omheining wordt gebruikt, hout toepassen begint altijd met het maken van een verstandige keuze uit de talrijke aangeboden soorten.

Welke houtsoort tegen de gevel?

Horizontaal, verticaal of diagonaal geplaatst? Een strakke, moderne look? Liever rustiek? Een bekleding met hout geeft je gevel niet alleen een luxueuze uitstraling, ze beschermt hem ook doeltreffend tegen weer en wind. Als je de juiste keuze maakt, heeft het hout geen enkele extra bescherming nodig en hoeft het dus ook niet onderhoudsintensief te zijn.

Welke houtsoort?

Klassiekers met een natuurlijke hoge duurzaamheid (klasse I en II) zijn western red cedar, lorkenhout, Europees eikenhout, Afrikaanse padoek en afzelia. Maar ook minder bekende soorten als basralocus, sapupira, bossé, louro gamela, itauba, jatoba, makoré en tiami hebben de juiste kwaliteiten om een gevel te bekleden. Lorkenhout en oregon zijn eveneens mogelijk, op voorwaarde dat ze spintvrij zijn of zijn verduurzaamd volgens procedé A3 (buitengebruik zonder grondcontact). Zachte houtsoorten zoals vuren- en grenenhout mogen voor het bekleden van gevels enkel worden gebruikt indien ze een professionele verduurzaming (procedé A3), een thermische behandeling of een acetylering of furfurylering hebben ondergaan.

Hoe afwerken?

Houtsoorten met een hoge natuurlijke duurzaamheid hebben geen extra afwerking nodig. Je kan de planken dus gerust onbehandeld laten, waarna ze onder invloed van zon en regen grijs zullen worden. Op gevels die sterk blootstaan aan wind, regen en zon kan dat al na 1 of 2 jaar zijn. Op plekken die zijn beschut door bijvoorbeeld een dakoversteek of bomen kan het natuurlijke vergrijzingsproces tot 10 jaar duren. De mooiste, egaalste vergrijzing ontstaat op verticaal geplaatste, gladde planken die werden aangebracht op een (zuid)westgevel zonder uitstulpingen. Wil je onmiddellijk een uniform vergrijsd uitzicht? Dan kan je het hout behandelen met een verduurzamingsproduct type C1 (een zogenaamde ‘houtbeits’) en vervolgens een grijze beits. Zo bescherm je het hout meteen tegen verblauwing, een schimmel die blauwzwarte vlekken geeft.

Of je je houten gevelbekleding al dan niet laat vergrijzen, is louter een kwestie van smaak. Het vergrijzingsproces doet niets af aan de technische eigenschappen en de levensduur van het hout. Wil je liever dat het hout zijn oorspronkelijke tint behoudt, werk het dan af met een gepigmenteerde beits. Zogenoemde C2-producten zijn zowel decoratief als beschermend en hebben het voordeel dat eventueel vocht in het hout nog naar buiten kan. CTOPproducten daarentegen omhullen het hout met een niet-ademende film en verhogen daardoor het risico op vervorming.

Wat met het onderhoud?

Hout dat eenmaal is vergrijsd, heeft geen onderhoud meer nodig. De onderhoudsfrequentie van hout dat met C2-producten werd afgewerkt, hangt sterk af van de mate van blootstelling aan weer en wind. Een gevel die zuidwest is georiënteerd, zal na ongeveer 3 jaar aan een onderhoudsbeurt toe zijn. Bij een gevel die naar het oosten of noordoosten is gericht, kan het onderhoud 8 à 10 jaar worden uitgesteld. Wanneer je aan de slag moet, merk je aan de verschijning van kleine grijze vlekjes. Schuur het hout lichtjes op met fijn schuurpapier (bijvoorbeeld korrel 200) en breng één laag C2-product aan.

Outside woodworks houten carport - catalogus bis 2018

Foto: Woodworks

Welke houtsoort voor je terras?

Hout is voor een terras een gedroomd materiaal. Je kan er met blote voeten op rondlopen en er onbekommerd op zitten of neerliggen. Een houten terras voelt bovendien altijd warm aan, wat van een stenen verharding niet gezegd kan worden.

Welke houtsoort?

Voor terrashout met rechtstreeks grondcontact komen tal van houtsoorten in aanmerking:

  • klasse I: Afrikaanse padoek,basralocus, bilinga, cumaru, ipé, itauba, jarrah, makoré, massaranduba, kwartiersgezaagd talihout
  • klasse I- II: afrormosia, jatoba (klasse II), bangkirai, merbau, gonçalo alves (ziet er na het zagen oranjerood uit, maar vergrijst mooi), sapupira (klasse II), tamme kastanje (klasse II), tatajuba
  • spintvrij lorkenhout en spintvrije oregon
  • zachte naaldhoutsoorten zoals grenen, vurenhout
  • lorkenhout en oregon met spint die een verduurzaming hebben ondergaan
  • hittebehandeld wit Amerikaans essenhout
  • kernhout van Europese eik
houten terras

Western red cedar (klasse II) is enkel geschikt voor minder druk belopen terrassen en balkon- of zwembadterrassen. Opgelet ook met teakhout. De naam dekt verschillende ladingen. Moulmein teak groeit in Zuidoost-Aziatische bossen en heeft van nature een zeer hoge duurzaamheid (klasse I). Teakhout dat in plantages is gekweekt behoort qua natuurlijke duurzaamheid tot klasse I-III en is dus van een mindere kwaliteit. Ook bangkirai is een verzamelnaam. Er bestaan een twintigtal soorten van, verschillend in kwaliteit. 

Voor een terras dat niet rechtstreeks in contact komt met de grond mogen ook houtsoorten van duurzaamheidsklasse III worden gebruikt.

Hoe afwerken?

Ofwel laat je je terras grijs worden – dat is de meest aangewezen optie–, ofwel laat je het hout zijn oorspronkelijke uitzicht behouden door het regelmatig te behandelen met een gepigmenteerde olie die is afgestemd op de kleur van de houtsoort. Een transparante olie houdt de uv-straling niet tegen. De eerste keer strijk je het hout best in met vier lagen olie. Respecteer de droogtijd en breng een volgende laag olie pas aan wanneer de vorige volledig droog én hard is. Nadien ruw je het hout om de twee à drie jaar lichtjes op en breng je een nieuwe laag gepigmenteerde olie aan.

Wat met het onderhoud?

Een houten terras vraagt nauwelijks onderhoud. Af en toe een sproeibeurt met een anti-algenmiddel is een eenvoudige en doeltreffende oplossing om het algenvrij te houden. Toch last van schoonmaakkriebels? Ga dan voor de milde aanpak. Met een harde borstel en een sopje van bruine zeep en water, ofwel een mengsel van een kwart javel en driekwart water bereik je hetzelfde resultaat als met een hogedrukreiniger, zonder het gevaar dat je de vezelstructuur van hout beschadigt. Wil je toch een hogedrukreiniger gebruiken? Zet hem dan op een zachte waterstraal en richt de straal ongeveer even lang en vanop dezelfde hoogte op alle delen van het terras. Anders zie je lichte of donkere vlekken.

Hout voor nog veel meer toepassingen

Waarom?

Ook voor een carport, klimplantroosters, pergola of tuinpoort, zonwering of balustrades kan je met hout alle kanten op. Zeker houten lattenschermen zijn een manusje-van-alles. Je kan er je volledige tuin mee omheinen of er enkel je terras mee afschermen. Je kan ze strategisch opstellen als windbrekers of er een lelijke plek in de muur mee verdoezelen. Je kan ook een ‘dakje’ boven het terras maken, om inkijk van de buren tegen te gaan.

Woodproject houten poolhouse - catalogus bis 2018

Foto: Woodproject

Welke houtsoort?

Voor tuinhout dat rechtstreeks contact heeft met de grond (tuinschermen, een carport, klimplantroosters, een brievenbus …) kies je voor houtsoorten van duurzaamheidsklasse I, II of I-II, zoals bilinga, azobé, itauba, robinia of tatajuba. Grenenhout (klasse IV-V), vuren (klasse V) en Europees oregon (kernhout klasse III, spinthout klasse V) zijn enkel geschikt indien vooraf verduurzaamd volgens procedé A4.1. Voor tuinhout dat geen rechtstreeks contact maakt met de grond (balustrades, zonwering, luiken …) mogen houtsoorten van klasse I, II, II-III worden gebruikt (zoals balau yellow of plantageteak), alsook hout dat met hitte is behandeld.

Hoe afwerken?

Hardhout heeft niet direct een bescherming nodig, maar heeft wel baat bij een goede olie. Zachthout, geïmpregneerd grenen bijvoorbeeld, moet worden gebeitst. Hoe je je tuinhout afwerkt, hangt ook af van de toepassing. Vraag op bis raad aan een houtspecialist.

Wat met het onderhoud?

Tuinhout schoonmaken kan je met water en een harde borstel, met de tuinslang of met de zachte (!) waterstraal van een hogedrukreiniger. Vervolg indien nodig met een nieuwe laag olie of beits.

Van nature duurzaam of duurzamer gemaakt

Houtsoorten worden ingedeeld in vijf duurzaamheidsklassen:

klasse I: zeer duurzaam (meer dan 25 jaar)
klasse II: duurzaam (15 tot 25 jaar)
klasse III: matig duurzaaam (10 tot 15 jaar)
klasse IV: weinig duurzaam (5 tot 10 jaar)
klasse V: niet duurzaam (minder dan 5 jaar).

Houtsoorten van klasse I of II bieden van nature voldoende weerstand om als buitenhout te worden gebruikt. Maar ook houtsoorten van andere klassen kunnen buiten worden gebruikt, mits ze daarvoor worden behandeld. Dat kan door impregnatie met chemicaliën (procedé A4.1 voor hout in contact met grond en procedé A4.2 voor hout in contact met zoet water), door een hittebehandeling, een acetylering of een furfurylering

Bij een behandeling met hitte wordt het hout in afwezigheid van zuurstof verhit tot minstens 180 °C. Daardoor neemt het nadien tot de helft minder vocht op, waardoor het minder zal ‘werken’. En doordat het aanwezige zetmeel wordt omgezet, is het hout ook niet langer interessant als voedingsbodem voor insecten en schimmels. 

In geval van acetylering ondergaat het hout een behandeling met azijnzuuranhydride, dat is een derivaat van azijnzuur. Het acetyleerproces wijzigt de moleculaire structuur van het hout, zodat het krimp- en zwelgedrag aanzienlijk vermindert. 

Bij furfurylering worden bio-chemicaliën of harsen in het hout geïnjecteerd. Ook deze behandeling zorgt ervoor dat het hout langer meegaat zonder te vervormen.

Wil je meer leuke tips en inspiratie ontvangen? Schrijf je nu in op onze nieuwsbrief

DEEL DEZE BLOGPOST

Scroll naar top