De overstap van een analoge naar een digitale meter brengt een aantal veranderingen met zich mee, vooral voor huishoudens met zonnepanelen. Dit heeft invloed op hoe je energie wordt gemeten en verrekend. Hier bespreken we de belangrijkste verschillen en wat dit voor jou betekent.
Van analoge naar digitale meter
1. Wegvallen van de terugdraaiende teller
Bij een analoge meter draaide de teller terug wanneer je meer elektriciteit opwekte dan je verbruikte. Hierdoor betaalde je enkel voor je netto verbruik (verbruik min injectie). Bij een digitale meter worden afname (verbruik) en injectie (teruglevering) apart geregistreerd. Dit betekent dat de stroom die je opwekt en niet direct gebruikt, naar het net gaat en apart wordt afgerekend. Je kunt deze stroom dus niet meer later gratis terugnemen zoals bij de analoge meter.
2. Geen compensatie meer via de terugdraaiende teller
Met een analoge meter kon je de zonnestroom die je overdag opwekte, maar niet meteen gebruikte, ‘s avonds gratis verbruiken. Dit voordeel vervalt bij de digitale meter. In plaats daarvan moet je de stroom die je later nodig hebt afnemen tegen het reguliere tarief, terwijl je voor je injectie slechts een (vaak lager) injectietarief ontvangt.
3. Overgang naar een capaciteitstarief
In Vlaanderen betaalden eigenaars van zonnepanelen met een terugdraaiende teller een prosumententarief, een vaste vergoeding voor het gebruik van het elektriciteitsnet. Dit prosumententarief vervalt bij de digitale meter. Vanaf 2023 geldt het capaciteitstarief, waarbij je deels wordt afgerekend op basis van je hoogste piekverbruik.
4. Mogelijkheid om een injectievergoeding te krijgen
Een digitale meter biedt de mogelijkheid om een vergoeding te krijgen voor de stroom die je op het net zet. Energieleveranciers bieden hiervoor verschillende injectietarieven aan. Houd er rekening mee dat deze vergoeding vaak lager is dan de prijs die je betaalt om stroom af te nemen.
Lees verder op www.argona.be